Bunkers in Farmsum

Farmsum was in de tweede wereldoorlog nog een dorp dat naast Delfzijl was gelegen en tegen de grote broer werd beschermd door de ligging van het Eemskanaal en afwateringskanaal. Het dorp had een kerk, molen, kerkhof en ijsbaan. Er was een stoomtram vanaf het station van Delfzijl die via een korte zuidelijke bocht ging naar Farmsum. De tram liep achter het kerkhof langs van Delfzijl naar de houtzagerij, waar het Eemskanaal werd over gestoken.

Dit traject maakte deel uit van de lijn Delfzijl naar Winschoten en de lijn was geopend in 1919. In Termunten stond nog een station, een remise en een watertoren. Meestal werd onderweg gewoon gestopt bij een cafe. Na 23 januari 1945 werd het tramverkeer door de Duitsers stil gelegd. In de oorlog begonnen de bezetters als snel met de aanleg van luchtafweerbatterijen rondom Delfzijl. Dit ter bescherming van de duitse zeehavens. In eerste instantie werd Farmsum daarvan gevrijwaard. De

batterijen kwamen oa te staan in Delfzijl, Termunten, Nansum , Carel Coenraadpolder en stad Groningen omgeving. In de zomer van 1944 werd besloten tot het bouwen van heel zware bunkers in de omgeving van Delfzijl . Ook in de nazomer en herfst van 1944 werden er grote bunkers gebouwd in Farmsum.

RAF verkenningsfoto van november 1944 met daarop Weiwerd, het Woldjerspoor en het dorp Farmsum. In het donkere vierkant zijn de bouwactiviteiten te zien van de aanleg van de bunkers. Zie de uitgeworpen aarde en vooral heen veel zand. Verder zijn duidelijk zichtbaar het OT kamp en de drie dubbele prikkeldraadversperring. Hieronder een foto van de dunker die daar heeft gestaan.

Bunker Doppelgruppenunterstand.

Hiervan zijn er in totaal drie van gebouwd in de Stutzpunktgruppe Delzijl en de Flakbatterijen aldaar. In de planning vanaf 15 juli 1944 waren er vier er vier gepland. Allen zijn na de oorlog gesloopt. In de bunker konden op een veilige manier 30 medewerkers uit het commandocentrum worden onder gebracht. Hiervan zijn er in totaal drie van gebouwd in de Stutzpunktgruppe Delzijl . Tegen de muren van de twee grote binnenruimten waren bedden geplaatste en stonden er tafels met stoelen. Ook deze bunkers waren verwarmd, voorzien van bunkertelefoon en een periscoop op het dak. Zodra er bijzondere activiteiten buiten de bunker waren konden deze worden waargenomen door de periscoop die tot 2,5 keer kon vergroten. In de scherfmuur van de bunker was een observatiepost ingericht die bemand kon worden door 1 soldaat met een machinegeweer.

De bunkers in de eerste lijn zijn altijd personeelsonderkomens en gevechtsbunkers. De Unterstande geven beschutting aan personeel, munitie en geschut. Het zijn vaak blokvormige bunkers met weinig openingen. De ingang van deze bunkers liggen altijd van de verdedigingslijn af. Dus in de richting van het centrum van de verdediging. De plattegrond van de personeelsbunker met twee schuilruimtes voor het personeel gebouwd aan de Achterweg.

FLAGRUKO in Farmsum.

Bij de Achterweg aan de oostkant van Farmsum werd in de herst van 1944 een Marine kommandopost gebouwd. Dit grote commandocentrum was heel dicht tegen het centrum van het dorp aangebouwd. Aan de oostkant werd het complex beschermd door het water van de Weiwerdermaar. Het betrof hier een onderkomen met daarop een twee etages hoge opbouw. In het Kriegstagebuch van Nansum wordt op 11 april 1945 gesproken over de Hochstand Farmsum. Mogelijk de Duitse benaming van dezelfde uitkijkpost. Hoog was de commandopost in ieder geval wel. Er om heen waren de onderkomens gegroepeerd van het personeel. Drie stuks totaal. Dit was ook de laatste plaats waar de Duitsers zich uit de omliggende plaatsen naar terug trokken toen de laatste verdediging van Delfzijl en Weiwerd instortte. De Canadezen hadden de brug over de Weiwerdermaar onbeschadigd in handen gekregen.
In Farmsum was de Stabsbatterie van de Marine Flak Abteilung 256 onder gebracht in veilige zware betonmuren deze bunker . De afdeling 256 was de eenheid die de zware luchtdoelbatterijen bemande in de omgeving binnen de Stutzpunktgruppe van Delfzijl. De staf van de diverse marineluchtafweerafdelingen was onder gebracht in over het algemeen grote complexen. De bunkers waren vaak voorzien van grote glazen projectieschermen, waarop men de vliegbewegingen van de vijand aangaf. De Stabsbatterie voerde het commando en bepaalde op welk moment de Flak batterijen in staat van alarm werden gebracht en of en op welke wijze de vliegtuigen bestreden zouden worden.

Vanuit deze positie werd tijdens hevige afweer gevechten tegen over vliegende luchtvloten naar Noord Duitsland leiding gegeven aan de Flak batterijen van stad Groningen, Delfzijl, Nansum en Termunten.

Het bevel werd gevoerd vanuit de grote zware bunker van het type fl. 354 A een Flakuntergruppenkommandostand met daar bovenop gebouwd een soort van uitkijkpost. Deze uitkijkpost oftewel Beobachtungsstand fur Flagruko had een totaalhoogte van 15 meter. Boven in deze toren van 2 verdiepingen was een observatieruimte ingericht. De toren was opgetrokken van lichte betonwanden. Onder deze toren stond een betonklos van 16 bij 19 meter. Het was een van de nieuwere types bunker van de Luftwaffe en hiervan was slechts een gebouwd in Nederland. De bunkers moet zijn gebouw vanaf het najaar van 1944. Er was 1100 kubieke meter beton gestort in de bunker. De bunker was voorzien van een vuurplankamer en een projectietribune teneinde vuurgevechten optimaal te kunnen begeleiden. Interessant is het opgeschilderde raam en deur. Dit ter misleiding van de piloten van vijandelijke vliegtuigen om hun de indruk te geven dat er toch sprake was van een woonhuis. De bunker had een aparte radio en telefooncentrale., gassluis en aggregaten. De bunker had zoals bijna altijd bij grotere bunkers, in verband met de veiligheid, twee ingangpartijen. Mocht ooit een van de ingangen geblokkeerd raken tijdens gevechten of bombardementen, dan was de tweede nog beschikbaar. Tijdens de vele nachtelijke aanvallen van de geallieerden op de Noord Duitse havens moet het een drukte van belang zijn geweest in Farmsum. Een komen en gaan van personeel van en naar de commandobunker, terwijl de luichtvloten overvlogen en terug. Ondertussen gingen de grote Flakbatterijen in de omgeving vreselijk tekeer. Nabij deze commandobunker was een Doppelgruppenunterstand gebouwd voor het onderbrengen van het personeel. Hiermee wordt bedoeld een grote bunker voor het onder brengen van twee groepen van mensen. Ook deze bunker had zware muren . Hoogstwaarschijnlijk waren alle bunkers met elkaar verbonden middels loopgraven en omgeven door prikkeldraadversperringen. Daarnaast heeft er nog een betonnen schuilplaats gestaan aan de Achterweg. Meer hierover is nog niet bekend.
De vierde betonnen bunker stond nabij het kerkhof direct naast de genoemde trambaan. Het Buro registratie verdedigingswerken noemt deze plek de ijsbaan. Het was een gevechtsschuilplaats mogelijk Versterkt Feldmassig.”

De vijfde bunker stond bij de brug over het Eemskanaal naar de haven van Delfzijl. Op deze plek stond een stuk licht luchtafweergeschut opgesteld en een zoeklicht.