Jacob Ripperda, de vergeten heer van Farmsum

Geplaatst op door

Minstens driehonderd jaar zwaaiden de Ripperda´s in Farmsum de scepter. Wie tot vorig jaar het dorp bezocht, vond er maar weinig sporen van terug. De borg is afgegraven en in de kerk was slechts één tastbare herinnering aan dit machtige geslacht aanwezig: de enorme en zeer fraaie grafzerk van Hero Maurits Ripperda, heer van Farmsum, overleden in 1633. De overige Ripperda’s van Farmsum leefden slechts in de geschiedenisboeken voort. Tot vorig jaar, want toen zijn tijdens de opgravingen in de kerk de grafzerken uit de periode 1474-1504 van drie leden van de familie Ripperda tevoorschijn gekomen. Wij kenden hun namen al en hun levensbijzonderheden, maar nu is hun betekenis voor het dorp weer zichtbaar geworden.

Hoe spectaculair en uniek voor de provincie Groningen deze vondsten waen, het bleef daar niet bij. Tijdens werkzaamheden in april en mei zijn namelijk nog vier bijzondere stenen gevonden. Ze zijn lang niet zo oud als de eerste drie, maar bieden wel meer nieuws. Dank zij deze stenen komt namelijk onder het stof van de geschiedenis een nieuwe Ripperda tevoorschijn: een vergeten heer van Farmsum!

De vier stenen leren ons de oudere broer van Hero Maurits Ripperda kennen, Jacob Ripperda (±1591-1646). De oudste steen is die van zijn moeder, Ocka van den Clooster. Twee latere grafzerken zijn die van zijn jong overleden eerste twee echtgenotes, Anna Catharina van Munster en Steven Anna van Raesfelt, die in 1625 resp. 1627 overleden. Kort na dat laatste jaar hertrouwde Jacob met een erfdochter van het Oostfriese dorp Rysum. Vermoedelijk is hij zelf aldaar overleden en met zijn derde vrouw begraven.

De vierde steen is het kleinst: het is dan ook geen grafzerk maar een deksteen van een een grafkelder, die blijkbaar in 1625 is aangelegd en getuige de bijzonder fraai gedetailleerde steen. Hij is – zeer uitzonderlijk voor die periode – gesigneerd door de steenhouwer B.S. Wie zich achter deze initialen verschuilt, is nog onbekend, maar het moet een vaardig kunstenaar zijn geweest.

De deksteen vertoont de wapens van Jacob Ripperda en zijn eerste vrouw. Dat zij hun wapen op de grafkelder voor het geslacht Ripperda van Farmsum hebben geplaatst, toont aan dat Jacob zijn vader is opgevolgd als heer van Farmsum. Enige jaren daarna zal hij huis en heerlijkheid aan zijn jongere broer Hero Maurits hebben overgedaan en daarmee verdween zijn belang voor het dorp.

Niet alleen was tot nu toe onbekend dat Jacob Ripperda daadwerkelijk heer van Farmsum geweest is, ook in de stamboom Ripperda speelt hij nauwelijks een rol. Sterker nog, zijn eerste twee vrouwen wordt daar aan een niet-bestaande oom Jacob toegeschreven en hijzelf wordt enkel als man van de erfdochter van Rysum vermeld. Door de unieke vondsten in de kerk te Farmsum heeft deze vergeten heer van Farmsum zijn plek in het dorp weer teruggevonden. Vermoedelijk bevinden zich onder de vloer van het koor nog de grafzerken van andere Ripperda’s uit de 16de en 17de eeuw.

Bron; Redmer Alma